Aandacht voor psychische zorg na de transitie laat te wensen over

Op 23 juni 2019 verscheen er in de Gaykrant een artikel over de tekortschietende psychische zorg nadat de geslachtaanpassende operatie is ondergaan.

Transgender personen moeten vaak door een lang traject voordat zij hun geslachtsbevestigende operatie krijgen. Een ingrijpende, emotionele weg die vaak veel tijd en begeleiding vraagt. In tegenstelling tot het traject vóór de geslachtstransitie, blijkt de psychische ondersteuning en begeleiding na de operatie beperkt. Dit terwijl transgender personen nog altijd te maken kunnen krijgen met depressie of zelfs suïcidale gedachten.

Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat 21 procent van de transgender personen te maken heeft gehad met suïcidale gevoelens of uitingen. Daarnaast toont Zweeds onderzoek* aan dat bij transgenders een hoger risico bestaat op zelfdoding, dan bij niet transgenders. Ook na hun geslachtstransitie.

Volgens belangenorganisatie Transvisie nemen zorgaanbieders op dit moment een verkeerde rol aan. De psychologie die nu onderdeel is van de behandeling richt zich te veel op het stellen van een diagnose, in plaats van de mentale ondersteuning die hard nodig is bij dit traject. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor de psychische nazorg. Dit wordt volgens de organisatie onvoldoende gedaan.

*An Analysis of All Applications for Sex Reassignment Surgery in Sweden, 1960–2010: Prevalence, Incidence, and Regrets

Het hele artikel is is hier te lezen: