Op deze pagina vind je de omschrijving van veel gebruikte termen en begrippen als gender, transgender, cisgender, etc. Deze begrippen zijn wel aan verandering onderhevig. Soms betekenen de woorden in een ander land toch nog net wat anders. Ook zijn begrippen opgenomen die inmiddels in ongebruik raken of zijn geraakt.
| Begrip | Omschrijving |
|---|---|
| Aanspreekvorm | Woorden zoals "meneer" en "mevrouw." Deze woorden kunnen genderdysforie veroorzaken. |
| Agender | Iemand die weinig tot geen gender bij zichzelf ervaart. |
| Androgyn | Iemand die maatschappelijke verwachtingen rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid overstijgt. Dit kan samenhangen met aangeboren kenmerken, en/of met eigen keuzes. |
| Autigender | Iemand wiens ervaring van gender vervlochten is met de ervaring van autisme. |
| Autonome indicatiestelling (geïnformeerde instemming) | Model van genderzorg waarbij de regie over de transitie bij de trans persoon zelf ligt, inclusief het akkoord gaan met risico's. |
| Bigender | Iemand die het eigen gender als man én vrouw ervaart. |
| Binair | Een tweedeling met twee opties, bijvoorbeeld de opties man óf vrouw. Mensen die zichzelf als strikt man of strikt vrouw ervaren, noemen zichzelf ook wel binair. Zowel cisgender mensen als transgender mensen kunnen binair zijn. |
| Binder | Een strak hesje waarmee ongewenst borstweefsel plat kan worden gemaakt. |
| Borstverkleining | Een reductie van overtollig borstweefsel. |
| Chromosomen | De bouwstenen van elk lichaam. De meeste bekende combinaties zijn XX en XY. Ook zijn er veel mensen met bijvoorbeeld XXY, XYY, XXX, XXXX, XXXXX of XO. Chromosomen hebben invloed op hoe mannelijk/vrouwelijk iemands lijf bij de geboorte is, op een breed spectrum. |
| Cisgender | Iemand van wie het gender aansluit bij de aangeboren lichamelijke kenmerken. Cis is een Latijns woord dat "aan dezelfde kant" betekent. |
| Cisnormativiteit | Het maatschappelijke idee dat alleen cisgender mensen normaal zouden zijn, en dat andere mensen niet normaal zouden zijn. |
| Comorbiditeit | De overlap tussen meerdere ervaringen waar een zorgvraag bij komt kijken, bijvoorbeeld transgender zijn én autistisch zijn. |
| Contra-indicatie | Iets dat door de zorgverlener als reden wordt gezien om de zorg niet te starten. |
| Crossdressing | Het dragen van kleding die meestal wordt geassocieerd met een ander geslacht, vaak ook inclusief het aannemen van een (tijdelijke) genderrol. |
| Cross-sekse hormonen | Hormonen waarmee het lichaam kan worden aangepast naar een ander geslacht, met als doel emotionele en sociale balans. |
| Detransitie | Het (tijdelijk of permanent) stoppen met transitie. Bij detransitie kan iemand teruggaan naar vorige kenmerken, maar ook juist de nieuwe kenmerken houden zonder verdere stappen te zetten. Detransitie kan vrijwillig of onvrijwillig zijn. |
| Diagnostische fase | Fase die vooraf kan gaan aan de medische behandeling, waarbij de diagnose genderdysforie of gender-incongruëntie wordt gesteld. |
| Dode naam (deadname) | Iemands oude naam. Deze naam is privé, tenzij de persoon zelf het wil delen. |
| Drag | Een speelse, theatrale manier van genderexpressie met behulp kleding en make-up. Drag artiesten kunnen elk gender en elk geslacht hebben. |
| Eunuch | Iemand die een orchidectomie (verwijdering van de teelballen) meemaakt, zonder zichzelf per se te ervaren als vrouwelijk. |
| FFS | Gezichtsveranderende operaties bij transfeminiene mensen, waaronder trans vrouwen (Engels: Facial Feminisation Surgery). |
| FMS | Gezichtsveranderende operaties bij transmasculiene mensen, waaronder trans mannen (Engels: Facial Masculinisation Surgery). |
| Fujoshi | Iemand die bij de geboorte het geslacht "vrouw" toegeschreven heeft gekregen, en die zichzelf op een seksuele/romantische manier herkent in aantrekking tussen mannelijke personages in verhalen. Deze ervaring hangt vaak samen met het verkennen van een transmasculiene identiteit. Het woord "fujoshi" is een geuzennaam. |
| Geslachtsaanpassende of genderbevestigende behandeling | Medische behandeling die het lichaam zo veel mogelijk in overeenstemming moet brengen met de genderidentiteit. Deze behandeling bestaat uit het gebruik van hormonen en/of genderbevestigende operatie(s). |
| Gender | Hoe mannelijk en/of vrouwelijk iemand als persoon is. Gender ligt op een breed spectrum. |
| Genderbevestigende operatie | Operatie(s) aan primaire en secundaire geslachtsorganen en gezicht, waardoor het lichaam zo veel mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met de genderidentiteit. |
| Genderdivers | Verschillende ervaringen rondom gender en genderexpressie, zoals transgender/non-binair zijn. In veel culturen zijn er eigen woorden voor genderdiversiteit, bijvoorbeeld two-spirit, muxe, hijra, tom, katoey of bissu. |
| Genderdysforie | Een naar gevoel over het verschil tussen je eigen lichamelijke kenmerken en wie je als persoon bent, op het vlak van mannelijkheid/vrouwelijkheid. Een vrouw met baardgroei kan bijvoorbeeld genderdysforie ervaren, omdat ze geen baard wil. |
| Gendereuforie | Een goed gevoel bij de samenhang tussen je gender en je lichamelijke kenmerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een man die gelukkig is met het hebben van een baard en een penis. |
| Genderexpressie | De manier waarop iemand zich naar buiten toe presenteert, bijvoorbeeld iemands naam, kapsel, kleding, sieraden, make-up, woordkeuze of lichaamshouding. |
| Genderfluïde | Iemand wiens gender met de tijd wisselt. |
| Genderidentiteit | De woorden en betekenis die iemand geeft aan de eigen ervaring van mannelijk/vrouwelijk zijn. |
| Genderincongruëntie | Het verschil tussen je lichamelijke kenmerken en wie je als persoon bent, op het vlak van mannelijkheid/vrouwelijkheid. Deze term wordt gebruikt in het medisch handboek ICD-11, en wordt ervaren als neutraler dan de sterke focus op genderdysforie in eerdere handleidingen. |
| Gendermarker | Het gender dat in je BRP-gegevens en in je paspoort staat. In Nederland kennen we M/V/X (op paspoort) en M/V/O (in de BRP). Andere landen hebben eigen aanduidingen voor mensen die de hokjes M/V overstijgen. |
| Genderneutraal | Iets dat voor iedereen beschikbaar is ongeacht gender. |
| Gender non-conform | Iemands die in kledingkeuze, gedrag, beroep en andere gewoontes de sociale verwachtingen rondom genderrollen overstijgt. |
| Gendernorm | Sociale verwachtingen rondom gender, bijvoorbeeld: mannen dragen broeken, en vrouwen dragen jurken. Dit is in elke cultuur en in elke tijd verschillend. |
| Genderrol | De maatschappelijke positie die iemand heeft op basis van sociale verwachtingen rondom gender. |
| Genderqueer | Iemand die als persoon de binaire tweedeling "man óf vrouw" overstijgt. Het woord "queer" is een geuzennaam. |
| Genderteam | Multidisciplinair team voor de medische behandeling van transgender mensen, dat bestaat uit meerdere specialismen zoals: psychologen, psychiaters, endocrinologen, gynaecologen, plastisch chirurgen, KNO-artsen, seksuologen. Er bestaan genderteams binnen én buiten ziekenhuizen. |
| Genitale operaties | Operaties aan de geslachtsdelen, zoals orchidectomie, vaginaplastiek, phalloplastiek, metaidoioplastiek of labiectomie. Genitale operaties worden door trans mensen ook wel "bottom" genoemd (Engels voor "onderkant") omdat het de onderste helft van je lichaam betreft. In de medische wereld worden deze operaties regelmatig benoemd als "SRS" (Sexual Reassingment Surgery). |
| Hormonen | Stoffen zoals testosteron, oestrogeen en progesteron. Deze bepalen mee hoe mannelijk/vrouwelijk iemands lichamelijke kenmerken zijn. Iedereen heeft een eigen mix van hormonen. |
| Intersectionaliteit | Rekening houden met verschillende identiteiten tegelijk, bijvoorbeeld de dubbele discriminatie die iemand meemaakt als die trans is én een vluchtverleden heeft. |
| Intersekse | Iemand wiens lichaam bij de geboorte de huidige maatschappelijke verwachtingen rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid overstijgt. Denk bijvoorbeeld aan iemand die is geboren met XX-chromosomen en een penis, of iemand wiens genitaliën meer zijn dan alleen penis of vulva. Het woord intersekse-ervaring beschrijft zowel de vorm van iemands lichaam als de sociale ervaringen met discriminatie. |
| Kin | Iemand die zich herkent in een niet-menselijke identiteit, bijvoorbeeld in dieren (furry/therian), sprookjes (otherkin) of fictieve personages (fictionkin). Deze ervaring kan samenhangen met het verkennen van gender. |
| Labiectomie | Het verkleinen of verwijderen van de labia minora (binnenste schaamlippen). |
| Laser en electrolyse | Het permanent verwijderen van haargroei. |
| Liposuctie | Het verwijderen van overtollig vet. |
| Logopedie | Training om de stem te veranderen. |
| Mastectomie | Het corrigeren van overtollig borstweefsel (borsten) zodat er een platte borstkas ontstaat. Mastectomie wordt door trans mensen ook wel "top" genoemd, omdat het de bovenste helft van je lichaam betreft. |
| Meervoudig systeem | Meerdere persoonlijkheden (delen) in één lichaam. Verreweg de meeste systemen ervaren meerdere genders. In de psychologie wordt dit ook wel DIS (dissociatieve identiteitsstoornis) genoemd. |
| Metaidoioplastiek (meta) | Het creëren van een kleine penis door chirurgie, door gebruik te maken van het bestaande weefsel van de genitaliën. Er zijn verschillende gradaties van complexiteit bij meta. |
| Multidisciplinaire indicatiestelling | Psychodiagnostisch traject waarin psychologen bepalen of iemand in aanmerking komt voor een genderbevestigende medische behandeling. |
| Neo- | Lichamelijke kenmerken die door chirurgie worden gecreëerd, bijvoorbeeld een neo-vagina of een neo-fallus. |
| Neutrois | Iemand die het eigen gender als neutraal ervaart, en niet als mannelijk of vrouwelijk. |
| Non-binair | Iemand die als persoon de binaire tweedeling van "man óf vrouw" overstijgt. Non-binair is een parapluterm die kan worden gebruikt voor iedereen voor wie deze hokjes niet voldoende zijn, bijvoorbeeld genderqueer mensen, neutroise mensen, agender mensen en genderfluïde mensen. |
| Nullo | Iemand die graag leeft zonder ballen en penis, zonder daarvoor in de plaats een vulva te willen. |
| Orchidectomie | Het verwijderen van de teelballen. |
| Packer | Een prothetische penis. |
| Peer-reviewed indicatiestelling | Diagnosestelling door psychologen of psychiaters in overleg met elkaar (vier-ogen-principe). |
| Phalloplastiek (phallo) | Het creëren van een penis door chirurgie. Dit kan met buik-, been- of armweefsel. |
| Poortwachtermodel | Een model van transitie waarbij de zorgverlener, en niet de trans persoon zelf, bepaalt of iemand in aanmerking komt voor transitie. |
| Puberteitsremmers (blockers) | Medicatie waardoor de puberteit op pauze wordt gezet. |
| Queer | Iemand die sociale verwachtingen rondom heteroseksualiteit, mannelijkheid en vrouwelijkheid overstijgt. Hieronder vallen trans mensen. Het woord "queer" is een geuzennaam. |
| Real life-fase | Vroeger was het verplicht om een bepaalde tijd lang stereotype kleding te dragen, voordat iemand in medische transitie mocht. Een transgender vrouw werd dan bijvoorbeeld gedwongen om drie jaar lang jurken, make-up en oorbellen in de openbare ruimte te dragen, voordat zij toegang kreeg tot feminiserende hormonen of verwijdering van haar baardhaar. |
| Sekse/geslacht | De samenstelling van iemands lichaam op het vlak van mannelijkheid/vrouwelijkheid. Sekse ligt op een breed spectrum, en bestaat uit o.a. chromosomen, hormonen, geslachtsdelen, borstvorming, de vorm van het skelet, haargroei, stem, vetverdeling en hersenen. Iemands sekse kan met de tijd veranderen. |
| Sissy | Iemand die graag vrouwelijkheid verkent op een seksuele manier, vaak met aspecten van vernedering. Een sissy kan ervaren dat medische transitie passend is. |
| Sociaal construct | De ideeën die in de maatschappij ergens over bestaan. We zeggen bijvoorbeeld: ras is een sociaal construct, en genderrollen zijn een sociaal construct. Dit betekent dat er wel degelijk verschillen bestaan tussen mensen, maar dat veel ideeën over deze verschillen verzonnen zijn door de maatschappij. |
| Sociale transitie | Stappen nemen om te leven als jezelf, bijvoorbeeld met een nieuwe naam, nieuwe voornaamwoorden, een nieuw kapsel, nieuwe kleding en nieuwe BRP-gegevens. |
| Sterilisatie | Blijvend onvruchtbaar worden door medische handelingen. Tot 2014 was sterilisatie voor transgender mensen in Nederland wettelijk verplicht. |
| TGD | TGD staat voor Trans en GenderDivers. Deze afkorting wordt als neutraal ervaren, en wordt in de zorgwereld gebruikt om de brede doelgroep te omschrijven. |
| Tepelbehoud | Het wel of niet behouden van tepels bij de mastectomie. Een platte borstkas zonder tepels is een optie. |
| Toegeschreven geslacht | Het geslacht/gender dat bij de geboorte wordt aangenomen, op basis van iemands genitaliën of chromosomen. |
| Trans | Een Latijns woord dat "aan de andere kant" betekent. Trans is een parapluterm voor mensen van wie het gender, en/of de genderexpressie, de sociale verwachtingen bij hun lichamelijke kenmerken overstijgt. |
| Transfobie | De afkeer van of vijandigheid tegenover transgender mensen. Hiervoor wordt ook wel het woord transhaat gebruikt. Fobie betekent letterlijk "angst" of "afstoting," maar gaat ook over een negatieve houding. |
| Transgender | Een transgender persoon is iemand wiens gender niet overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld. |
| Transgender kind/jongere | Een transgender kind/jongere is iemand wiens gender niet overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld en het gender waarmee ze worden opgevoed. Transgender volwassenen zijn ooit transgender kinderen/jongeren geweest. |
| Transgender Netwerk (TN) | Samenwerkingsverband van (belangen)organisaties voor transgender personen, dat zich inzet voor een genderdiverse samenleving, emancipatie van transgender personen en hun omgeving en bestrijding van discriminatie van transgender personen. |
| Transitie | Alle manieren om als jezelf te leven, zoals sociale transitie en medische transitie. De meeste transgender mensen op de wereld kunnen nooit in transitie, om sociale, wettelijke, medische of financiële redenen. |
| Transgender man/jongen | Een man die is geboren met lichamelijke kenmerken die meestal bij vrouwen voorkomen. |
| Transfeminien | Mensen die als persoon vrouwelijker zijn dan de lichamelijke kenmerken waarmee ze zijn geboren, op een spectrum. Hieronder vallen transgender vrouwen. |
| Transmasculien | Mensen die als persoon mannelijker zijn dan de lichamelijke kenmerken waarmee ze zijn geboren, op een spectrum. Hieronder vallen transgender mannen. |
| Transmedicalisme | Het idee dat iemand pas "echt" transgender zou zijn als diegene aan strenge medische voorwaarden voldoet. Transmedicalisten die zelf transgender zijn, noemen zichzelf ook wel truscum. In de praktijk is transgender zijn juist een individuele ervaring, en bestaan er geen vastliggende voorwaarden voor. |
| Transseksueel | Term voor een transgender persoon die specifiek in medische transitie gaat. Deze term wordt door veel mensen als verouderd gezien, omdat medische transitie geen voorwaarde is voor transgender zijn. |
| Transvisie | Landelijke patiëntenorganisatie voor transgender volwassenen, jongeren, kinderen, en hun naasten, die zich richt op onderling contact, informatievoorziening, voorlichting en belangenbehartiging. |
| Trans vrouw/meisje | Een vrouw die is geboren met lichamelijke kenmerken die meestal bij mannen voorkomen. |
| Travestiet | Iemand die graag kleding draagt die meestal wordt geassocieerd met een ander gender of geslacht; voornamelijk mensen die als man worden gezien en graag vrouwenkleding dragen. Dit kan privé, of als vorm van podiumkunst. Een groeiend aantal mensen ervaart dit woord als een scheldwoord. |
| Tuck | Het verbergen van ongewenst genitaal weefsel, door het dicht tegen het lichaam te drukken. |
| Vaginaplastiek | Het creëren van een vagina door chirurgie. |
| Voornaamwoorden (pronouns) | Met deze woorden verwijzen we naar iemand zonder hun naam te noemen. Voornaamwoorden in de Nederlandse taal zijn bijvoorbeeld: ik, jij, wij, jullie, hij/hem, zij/haar, hen/hun en die/diens. Sommige mensen hebben nog andere voornaamwoorden. |
| Zelfzorg | Een vorm van transitie waarbij de trans persoon zelf medische stappen zet, zonder afhankelijkheid van een arts. |
