Volwassenen

Na de medische transitie

Het leven na

Op deze pagina komen diverse onderwerpen aan de orde die belangrijk kunnen zijn na de medische transitie, zoals: periodieke controles, borstimplantaten, osteoporose, testosteron voor vrouwen met een transgender achtergrond, bevolkingsonderzoeken, HIV, etc. Er is ook een tabblad besteed aan spijt en teleurstelling. Van spijt en teleurstelling is weinig bekend. Mocht je daar informatie over hebben en die willen delen, mail dan naar redactie@transvisie.nl.

Op het tabblad ‘Iedereen’ vind je onderwerpen die voor iedereen die een gehele of gedeeltelijke transitie heeft doorgemaakt van belang zijn. Op de tabbladen ‘trans mannen’ en ‘trans vrouwen’ vind je onderwerpen die meer van belang zijn voor specifiek die doelgroep.

Alle informatie beschrijft algemene trends en situaties, waaruit niet zonder meer conclusies voor een individueel geval kunnen worden getrokken. Voor een juiste beoordeling van je eigen situatie, dien je dus altijd te overleggen met je huisarts of een andere professionele hulpverlener of behandelaar.

Aandachtspunten

Hier worden een aantal onderwerpen besproken die voor iedereen die een gehele of gedeeltelijke transitie heeft ondergaan van belang kunnen zijn. De onderwerpen zijn:

Laat je als jongere en als ouders goed informeren door de deskundige artsen op dit gebied over de mogelijkheden nu en de verwachte mogelijkheden in de toekomst wat betreft het gebruik van ingevroren geslachtscellen. De afdeling gynaecologie van de Amsterdam UMC (VUmc) heeft een speciaal transgender spreekuur. Voor vergoeding van deze behandelingen zie onze pagina zorgverzekering-vergoedingen.

  • Het is belangrijk dat de transgender persoon, nadat de transitie volledig is afgerond, periodiek (eenmaal per 2 of 3 jaar) op controle komt bij een endocrinoloog. Daarbij wordt ook een bloedonderzoek uitgevoerd. Er kan een botdichtheidsonderzoek worden uitgevoerd om de staat van de botdichtheid te controleren en te kijken of er geen sprake is van botontkalking.
  • Sinds kort heeft het Amsterdam UMC (voorheen VUmc) contacten met andere ziekenhuizen in Nederland waar de transgender persoon voor deze periodieke controles terecht kan en waar de hormonen kunnen worden voorgeschreven. Op de website van het Amsterdam UMC (VUmc) vind je hierover verdere informatie. Je kunt dit met je endocrinoloog bespreken.

De biologie van mannen en vrouwen is verschillend. Sommige ziektebeelden uiten zich daardoor anders bij mannen dan bij vrouwen. Ook bepaalde laboratoriumwaardes zijn verschillend voor vrouwen en mannen. De transitie verandert dit gegeven niet! Het lichaam blijft wat betreft de fysiologie (hoe het werkt) nog altijd de kenmerken vertonen van het bij de geboorte toegekende geslacht.

Om die reden is het voor het inschatten van de ernst van je klachten belangrijk dat artsen de voorgeschiedenis kennen. Dan kunnen zij daarmee rekening houden.

Hoewel het voor mensen soms lastig is om, als je je transitie hebt doorlopen, je geschiedenis weer op te halen, adviseren we je daarom dringend altijd open kaart te spelen. Je hebt wellicht nog organen die er niet ‘horen’ te zitten. Of is medicatie niet afgestemd op jouw persoon. Sommige medicatie heeft een dosering die is afgestemd op het geslacht. Het kan goed zijn dat een man met een transgender achtergrond toch de medicatie of medicatiehoeveelheid van een vrouw nodig heeft en andersom een vrouw met een transgender achtergrond die van een man. Een cardioloog kan volledig in de war raken als je geen opening van zaken geeft. Dus voor je eigen veiligheid speel altijd open kaart naar je behandelaars over je transgender achtergrond. Lees het artikel over Camaron Whitley.

De kans op hart – en vaatziekten lijkt iets toegenomen door het gebruik van geslachtshormonen. Meld altijd dat je deze hormonen gebruikt. Bij de reguliere, tweejaarlijkse controles wordt over het algemeen bloeddruk, suikerspiegel en cholesterol onderzocht. Ook kunnen leefstijladviezen als niet roken en bewegen worden gegeven omdat die een positief effect kunnen hebben.

Op 1 juli 2014 is een wetswijziging in werking getreden die het makkelijker maakt om in de geboorteakte de vermelding van het geslacht te wijzigen. Omdat hiermee ook de gegevens veranderen in het BRP (Basisregistratie Personen, voorheen GBA) heeft dit ook consequenties voor het wel of niet ontvangen van uitnodigingen voor de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker. De screeningsorganisaties ontvangen namelijk vanuit het BRP de gegevens, op basis waarvan de uitnodigingen worden verstuurd. Hier vind je informatie vinden over de bevolkingsonderzoeken die voor jou van belang kunnen zijn. Omdat het risicoprofiel voor jou als man of vrouw met een transgender achtergrond mogelijk anders is doordat je vaak langdurig onder medische zorg staat of hebt gestaan en ingrijpende behandelingen ondergaat of hebt ondergaan, raden wij je aan om het nut van deelname te bespreken met jouw huisarts of specialist.

  • Man met transgender achtergrond: Iemand die een (administratieve) geslachtswijziging heeft ondergaan naar man, wordt niet meer automatisch uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en borstkanker. Als je een  borstverwijdering hebt ondergaan wordt geadviseerd zelf regelmatig het gebied te onderzoeken, omdat altijd wat borstweefsel is achtergebleven. (Zie hierover het artikel Breastcancer is a health concern for both transgender men and women). Als je geen, of beperkte geslachtsveranderende operaties hebt ondergaan, kun je nog steeds in aanmerking komen voor screening. Indien je deel wilt nemen aan een screening en qua leeftijd in de doelgroep valt, kun je contact opnemen met de screeningsorganisatie in jouw regio (zie hieronder). In overleg met de screeningsorganisatie kun je afspraken maken voor de screening (bij een huisarts voor een uitstrijkje en bij een ziekenhuis voor een mammogram). Je dient je voor iedere screeningsronde opnieuw aan te melden. De kosten voor de screening worden vergoed door de screeningsorganisatie. (Het College voor de rechten van de mens heeft een uitspraak gedaan over een vraag over het uitstrijkje voor transgender mannen waarin het college pleit voor het aanpassen van het beleid, zodat trans mannen met een baarmoeder een oproep krijgen voor een uitstrijkje met automatische kostenvergoeding).
  • Vrouw met transgender achtergrond: Iemand die een (administratieve) geslachtswijziging heeft ondergaan naar vrouw, ontvangt voortaan een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en baarmoederhalskanker. Je hebt eerder nooit uitnodigingen en informatie over deze bevolkingsonderzoeken ontvangen. Meer informatie over de bevolkingsonderzoeken vind je op onderstaande websites. Geadviseerd wordt deel te nemen aan de screening naar borstkanker. (Zie hierover het artikel Breastcancer is a health concern for both transgender men and women). Als je qua leeftijd in de doelgroep valt, kun je contact opnemen met de screeningsorganisatie in jouw regio (zie hieronder). In overleg met de screeningsorganisatie kun je een afspraak maken voor de screening. Na jouw aanmelding zul je voortaan meegenomen worden in het reguliere uitnodigingsschema voor de bevolkingsonderzoeken. De kosten voor de screening worden vergoed door de screenings-organisatie.
  • Uitstrijkje bij vrouwen met een transgender achtergrond: Veel transgender vrouwen gaan er vanuit dat een uitstrijkje voor hun niet nodig is. Er is immers geen baarmoederhals dus er kan daarom geen kanker ontstaan. Echter om een aantal redenen kan het nodig zijn om wel een uitstrijkje te laten maken. Als de vagina is gemaakt van penishuid dan kunnen zich wel kankers ontwikkelen die bij penishuid horen. Op de Belgische website Transgenderinfo is hierover goede informatie te vinden.
  • Doelgroep bevolkingsonderzoeken:
    • baarmoederhalskanker vrouwen van 30 – 60 jaar en
    • borstkanker vrouwen 50 – 75 jaar.

Meer informatie over de bevolkingsonderzoeken te vinden op de website borstkanker en de website baarmoederhalskanker Contactgegevens screeningsorganisaties:

Zie voor meer info over baarmoederhalskanker voor trans mannelijke en genderdiverse personen ook deze folder van het RIVM.

Lees ook het artikel van de WHO over dit onderwerp, ook de WHO waarschuwt dat het risico op kanker voor bepaalde transgender mensen hoger is.

Osteoporose of botontkalking is meer dan alleen een ontkalking van het bot, daarom wordt hier verder de term osteoporose gebruikt. Een van de aandachtspunten in de gezondheid voor vooral vrouwen met een transgender achtergrond is de preventie, het voorkomen, van botontkalking. Mannen met een transgender achtergrond nog niet afhaken, ook voor jullie staat in dit artikel belangrijke informatie! Dat dit een belangrijk aandachtspunt is komt wel naar voren uit Belgisch onderzoek van de universiteit van Gent. Uit dit onderzoek blijkt dat trans vrouwen bij aanvang van hun transitie een lagere botdichtheid hebben dan de cismannen waarmee ze zijn vergeleken. Ook hebben ze een lagere spiermassa. 16% van deze trans vrouwen die zich aanmelden voor de transitie hebben osteoporose, dat is vier keer zo vaak als bij de rest van de bevolking. Gronings onderzoek laat een vergelijkbaar beeld zien. Daar wordt bij 22% van de trans vrouwen osteoporose gevonden.

Het Amsterdam UMC (voorheen VUmc) heeft enigszins andere uitkomsten gevonden bij haar onderzoek naar het effect van hormoongebruik op de botten en eventuele botontkalking. Volgens dat onderzoek stijgt botdichtheid na de start van hormoongebruik korte tijd, zowel bij trans mannen als bij trans vrouwen. Die toename duurt ongeveer 5 jaar. Daarna is er sprake van een lichte daling. Na 15 jaar is de botdichtheid weer op het niveau van voordat met het hormoongebruik is begonnen. Verder afname loopt verder gelijk met de afname van de botdichtheid die ieder mens doorloopt gedurende zijn leven. Het standaard advies om meer te bewegen en melk te drinken is een wat mager advies. Er valt in de preventie wel wat meer te doen dan dat. Osteoporose is vooral vervelend als er breuken gaan optreden in de wervels. Deze breuken herstellen niet. Het gevolg is ingezakte wervels en daardoor chronische pijn. Voorkomen is dus beter dan genezen. Met medicatie is het de afname van de botdichtheid te vertragen en soms terug te draaien. Een uitgebreid artikel over osteoporose osteoperose kun je downloaden.

Zowel de GGD in Nederland (met name Amsterdam) als de WHO maken zich zorgen over het risico op HIV dat transgender mensen in bepaalde situaties lopen. Meer info in het rapport van de WHO of neem contact op met de GGD van Amsterdam of de plaatselijke GGD. Op de website Transgenderinfopunt van TNN staat een artikel over veilig vrijen, onder meer in relatie tot HIV en SOA’s, met aanbevelingen en tips. (Opgemerkt wordt dat de cijfers in NL wat lager lijken te zijn, omdat in internationale onderzoeken veel sekswerkers zijn meegenomen).

Tegenwoordig wordt aan mensen die een risico op HIV lopen PrEP gegeven. Daarvoor wordt vooral gekeken naar bi- en homoseksuele mannen en transgender vrouwen. Trans mannen die seks hebben met andere mannen worden vaak vergeten, met ernstige gevolgen. Er wordt geadviseerd ook trans mannen mee te nemen in het onderzoek naar en bewust moeten worden gemaakt van de voordelen van PrEP. Zie ook artikel.

Mannen met een transgender achtergrond kunnen een verhoogd hemoglobine en verhoogd hematocriet gehalte in hun bloed hebben als gevolg van het gebruik van testosteron, het bloed zou dan stroperig kunnen worden. Reden om zeker eenmaal per twee jaar het bloedonderzoek te laten uitvoeren. Zie ook de artikelen op onze pagina wetenschap over dit onderwerp onder endocrinologische behandelingen.

Op 14 augustus 2018 verscheen er een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor geneeskunde, dat handelt over de uitkomst van een onderzoek waaruit zou blijken dat transgender vrouwen een groter risico lopen op een trombose, longembolie, hartinfarct of beroerte dan cisgender vrouwen. Het risico op een trombose of longembolie of hartinfarct is 2.5 keer hoger en op een beroerte of herseninfarct zelfs 4 keer hoger.

Dit verhoogde risico is het gevolg van de hormoontherapie. Bij cis vrouwen die hormonen gebruiken is bekend dat hormoontherapie via de huid een lager risico geeft dan hormoontherapie per pil. Hoe dat bij transgender vrouwen zit is niet bekend.

Het lijken alarmerende cijfers, maar het is wel belangrijk om je te realiseren dat het nog steeds om een relatief kleine risico gaat, dat opwegen tegen de positieve uitkomsten van hormoontherapie. Het is een risico dat overeen zou komen met het risico van cis vrouwen die de pil gebruiken.

Het is wel een risico dat moet worden besproken met je arts, zeker als er nog andere risicofactoren zijn, zoals een belaste familiegeschiedenis, diabetes, hoge bloeddruk, roken, te veel alcoholgebruik, overgewicht of hoog cholesterolgehalte. Daarom is ook de tweejaarlijkse controle een must. Mocht je het idee hebben dat je ook om andere redenen een verhoogd risico hebt, overleg dan met je arts wat je kunt doen en welke extra controle of begeleiding wellicht nodig is.

Het is goed om te weten dat je ook zelf veel kunt doen om het risico te verkleinen, zoals: voldoende bewegen, het eten van voldoende groente en fruit, het eten van vette vis, het zorgen voor een gezond gewicht en het laten controleren van je bloeddruk. Als je rookt of veel drinkt zou je daar het best mee kunnen stoppen en als dat niet lukt ga met je huisarts praten over begeleiding.

Het artikel in het Tijdschrift voor Geneeskunde is gebaseerd op een artikel over onderzoek waarover ook een artikel is verschenen in de Annals of Internal Medicine op 21 augustus 2018:

https://web.archive.org/web/20231015145727/https://web.archive.org/web/20231015145727/https://www.acpjournals.org/doi/10.7326/M17-2785

Het artikel in Het Tijdschrift voor Geneeskunde is terug te lezen op Blendl:

https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/transvrouw-heeft-hoger-risico-op-trombose-en-beroerte/volledig

Ook in andere vakbladen en in de internationale pers is dit onderzoek besproken:

http://www.crtonline.org/news-detail/cardiovascular-risks-elevated-in-transgender-women

en https://www.reuters.com/article/us-health-transgender-stroke-risk/hormone-therapy-poses-stroke-risk-for-transgender-women-idUSKBN1JZ2Q1

De de website www.hartwijzer.nl van de Nederlandse Vereniging van Cardiologen staat  goede informatie over risicofactoren en wat je zelf kunt doen:

https://www.hartwijzer.nl/risicofactoren

Spijt of teleurstelling

Hier gaan we in op spijt en teleurstelling achteraf. Niet te verwarren met twijfel vooraf. Twijfel vooraf is normaal en herkennen veel transgender mensen. Spijt achteraf is spijt, of gedeeltelijk spijt over je transitie. Teleurstelling kan voortkomen uit het resultaat van je transitie.

  • Niets is zo erg als na het lange medische traject tot de conclusie komen dat dit voor jou een foute keuze is geweest. Het vraagt moed om dat voor jezelf te erkennen. Het vraagt nog veel meer moed om dat ook naar de buitenwereld toe te geven. Over spijt na de transitie is niet veel bekend. Er is wel onderzoek uitgevoerd waaruit zou blijken dat het om kleine aantallen zou gaan, minder dan 1% van de transgender mensen. Maar niet zeker is of daarmee ook de echte spijtoptanten bereikt zijn. Ook al zijn de aantallen klein, er schuilt wel een groot menselijk drama, een persoonlijke ramp, achter.
  • Daadwerkelijke spijt over je medische transitie is zwaar en heel moeilijk te handelen. Doe dat niet alleen. Zoek altijd professionele (GGZ) hulp. Vind uit wat er precies speelt en welke stappen er nodig zijn om verder te kunnen in het leven. Dit is een te groot drama om zonder hulp op te lossen.
  • Zet geen medische stappen, zoals het stoppen met de hormonen zonder begeleiding van een arts. Hormonen hebben niet alleen invloed op het vervrouwelijken of vermannelijken van het lichaam, er is ook invloed op bijvoorbeeld de stemming, de  botstructuur en spierkracht. Vraag dus altijd medisch advies als je wilt veranderen van medicatie. Wij, zie contactgegevens, kunnen je aan adressen helpen voor deze hulp.
    • Als je na de operatie merkt dat je een periode verdrietig, moe en lusteloos bent, hoeft dat niet altijd te betekenen dat er sprake is van spijt. De hele route naar de medische transitie toe is stressvol en lang en doet daarmee een aanslag op je psychische en lichamelijke conditie. Operatie vragen veel energie. Pas als het doel is bereikt en er na de operaties eindelijk rust kan komen, kun je gaan herstellen van zowel de operaties als de langdurige stress. Dan merk je vaak pas hoe moe je bent. Het lichaam kan er dan voor zorgen dat je voldoende rust neemt voor herstel. Moeheid, lusteloosheid en nergens zin in hebben zijn dan signalen om te voorkomen dat je te veel gaat doen.
    • Ook het verwerken van wat er allemaal is gebeurd kost tijd en energie. Niet voor niets zit in het woord verwerken het woord ‘werken’. Je wordt er moe van. Niet fijn, maar wel gezond. Gun jezelf de tijd voor dit herstel. Neem voldoende rust en eet goed. Ook rustig wandelen draagt bij aan herstel. Een paar bezoeken aan je psycholoog kunnen in deze fase helpen. Soms ben je een tijd lang zo bezig geweest met de transitie dat andere belangrijke zaken in je leven pas nu weer de ruimte krijgen. Ook dat vraagt tijd en energie. Het kan zijn dat een periode van herstel zich niet meteen voordoet maar na pas een of twee jaar. Ook dit kan nog vervelend zijn maar is wel gezonde reactie op de vele indrukken van de transitie en helpt om daarna gezond verder te gaan.
  • Tussen man en vrouw zijn ligt een zee van ruimte. Er is meer mogelijk dan de twee geijkte smaken ‘man’ en ‘vrouw’. Genderrollen hoeven ook na een transitie niet volledig vast te liggen en kunnen in de loop van het leven veranderen. Het kan zijn dat je na de transitie tot de conclusie komt dat de klassieke genderrollen niet (volledig) bij je passen. Dat hoeft nog niet te berekenen dat je foute keuzes hebt gemaakt. Wel heb je waarschijnlijk meer ruimte nodig dan je in het transitieproces kon weten. Mogelijk hoor je bij de 3% van de mensheid die meer genderruimte nodig heeft, of hoor je bij de groep mensen die steeds wat blijven schuiven in hun genderrol en die we genderfluïde noemen. Niet iedereen die genderdysforie ervaart heeft baat bij een transitie. De psychologische en medische wereld is er echter nog op gericht om bij genderdysforie de gender binariteit te willen herstellen. Helaas is dat niet voor iedereen de beste optie. Neem de tijd om uit te zoeken wat bij je past.
  • Kijk eens op onze pagina persoonlijke verhalen onder het tabblad Trans Allemaal.
  • Zie The Documentary He2She2He, The Detransitioners, op BBC World Service (From she to he – and back to she again).
  • Kijk op onze pagina TransAnders , een groep voor onderling contact waar je ook welkom bent.
  • Vraag over dit onderwerp een gesprek aan met een van onze medewerkers.
  • Operatie heeft niet gebracht wat je ervan verwachtte: Het kan zijn dat een (onderdeel van een) operatie niet heeft gebracht wat je er van verwachtte of dat je daar spijt van hebt of teleurgesteld over bent.
  • Je hebt een operatie ondergaan waar je later spijt van hebt: We horen wel van de transgender mannen met een kinderwens die achteraf hun baarmoeder hadden willen behouden. We horen ook van transgender vrouwen die graag hun zaad hadden willen invriezen. Soms komen die wensen pas jaren na de operatie en helaas is er dan geen weg meer terug.  Dat is heel verdrietig.
  • Problematisch zijn de complicaties die kunnen optreden na een operatie: Zeker bij de mannen komen regelmatig heftige complicaties voor die niet zo maar zijn verholpen.  Dat geeft verdriet, angst en stress.
  • Sociale transitie loopt niet als verwacht: Er zijn gevallen bekend waarbij de sociale transitie ook na de medische transitie moeizaam verloopt. Dit geeft stress en verdriet, soms zelfs zodanig dat men denkt dat de transitie een foute keuze is geweest.
  • Moeilijk een baan krijgen: Veel transgender mensen hebben, ook na de transitie, een probleem bij het vinden van werk. Daardoor kunnen gevoelens van teleurstelling en misschien zelfs wel spijt ontstaan.
  • Verloren gegane contacten en relaties: Door de transitie kunnen relaties worden beëindigd en kunnen contacten verloren gaan. Dit kan zodanig ingrijpen op het leven dat ook hierdoor twijfels kunnen ontstaan of de transitie wel het juiste middel is geweest.
  • Herken je je hierin? In al deze gevallen adviseren we: ‘praat erover met mensen die dit verdriet begrijpen’. Het is over het algemeen niet het gevolg van je keuze geweest indertijd, je had toen geen glazen bol. Niemand kan in de toekomst kijken en niemand kan zijn leven in de toekomst voorzien. Niemand kan volledig overzien hoe het leven er na de transitie uit zal zien. Bezoek een van onze groepen, praat met andere transgender mensen over hoe zij dit hebben beleefd of praat erover met een deskundige. Het verdriet heeft ruimte en tijd nodig.
Deze pagina is op 10 maart 2024 bewerkt.