Sam van den Berg benoemd als nieuwe voorzitter van Transvisie
Categorie: Transvisie
Met grote vreugde kondigen wij aan dat Sam van den Berg is benoemd tot de nieuwe voorzitter van Transvisie. Deze benoeming volgt op het vertrek van Corine van Dun, die om gezondheidsredenen haar functie heeft neergelegd.
Sam van den Berg is al jarenlang actief betrokken bij Transvisie. Voor haar benoeming tot voorzitter vervulde ze de rol van woordvoerder en coördinator van het communicatieteam. In deze functies heeft Sam laten zien een toegewijde medewerker te zijn, met een diepgaande kennis van zowel onze organisatie, als de gezondheidszorg. Bij de Rijksoverheid is Sam tevens oprichter van het Kennisteam G&I. Dit team biedt landelijke ondersteuning aan kerndepartementen en uitvoeringsorganisaties van het Ministerie van Financiën bij vragen rondom gender & identiteit.
Haar sterke communicatieve vaardigheden en uitgebreide ervaring met belangenbehartiging maken haar bijzonder geschikt om de stem van Transvisie en onze doelgroep te vertegenwoordigen.
“Met haar passie en energie heeft Sam de afgelopen jaren bijgedragen aan de groei van Transvisie”, aldus het bestuur. “We zijn ervan overtuigd dat ze in haar nieuwe rol als voorzitter deze positieve lijn zal voortzetten en onze organisatie verder zal versterken. We kijken uit naar een toekomst waarin we onze doelen blijven bereiken en onze gemeenschap blijven ondersteunen. Met haar aanstelling kijken we vol vertrouwen naar de toekomst.”
Ondanks ongefundeerde kritiek: Nederlandse transgenderzorg blijft van hoog niveau
Ondanks ongefundeerde kritiek: Nederlandse transgenderzorg blijft van hoog niveau
Op donderdag 27 juni 2024 was Transvisie aanwezig bij de conferentie “Naar niet-medische benaderingen in de zorg voor minderjarigen met genderdysforie: internationale en interdisciplinaire perspectieven”, die werd georganiseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam. Het doel van de organisatoren van de conferentie was om kritiek te leveren op de Nederlandse zorg voor transgender jongeren.
Dit doel is niet behaald.
Er waren een aantal vooraanstaande Nederlandse sprekers aanwezig, merendeels zorgverleners aan transgender personen of onderzoekers. Zowel professionals van het Radboudumc, het AUMC als andere genderklinieken gingen de discussie aan. Zij lieten overtuigend zien dat de huidige Nederlandse zorg van hoog niveau is. Hun verhalen werden met veel instemming ontvangen door de zaal. De vier sprekers met kritiek op de huidige zorg baseerden zich grotendeels op buitenlandse data die niet relevant zijn voor de Nederlandse situatie. Ze slaagden er niet in om hun kritiek te onderbouwen met feiten die van toepassing zijn in Nederland. Ook na vragen uit de zaal waren de kritische sprekers niet in staat om aan te geven welke alternatieven zij zien voor de huidige zorg.
We zijn tevreden met de deskundige en standvastige manier waarop de Nederlandse professionals duidelijk hebben gemaakt dat de zorg voor transgender kinderen en jongeren in Nederland van hoog niveau is en op verantwoorde wijze plaatsvindt.
De demonstratie, die buiten plaatsvond en georganiseerd werd door een aantal transorganisaties maakte de congresgangers duidelijk hoeveel zorgen er bestaan over de toekomst van de zorg voor kinderen en jongeren.
We zijn er nog niet: Transvisie zal zich de komende tijd richten op de Haagse politiek. We blijven volksvertegenwoordigers uitnodigen voor gesprekken over de zorg voor transgender jongeren. We willen hen voorzien van juiste en volledige informatie. De onacceptabele wachtlijsten moeten worden opgelost. De eerstelijnszorg moet beter worden uitgerust voor de zorg aan transgender personen. En trans jongeren nemen samen met hun ouders/verzorgers en het behandelteam beslissingen over de zorg die het beste bij hen past. Dat is een terrein waar politici zich buiten moeten houden.
Samen met andere transorganisaties, zorgverleners en wetenschappers zetten we onze strijd voort om te behouden wat goed is en te verbeteren wat nodig is.
Ongefundeerde kritiek op zorg voor transgender jongeren
Ongefundeerde kritiek op zorg voor transgender jongeren
De zorg aan transgender jongeren staat al enkele jaren onder maatschappelijke en politieke druk. Recente gebeurtenissen in het Verenigd Koninkrijk versterken deze negatieve ontwikkeling ook in ons land. In Nederland loopt noodzakelijke zorg voor deze groep gevaar.
Als Transvisie vinden wij het belangrijk dat feiten, en niet emoties, de basis moeten vormen voor een oordeel over de inhoud van deze zorg.
Zijn zorgverleners voldoende voorzichtig en terughoudend?
Ja, de medische zorg aan transgender jongeren in Nederland wordt alleen geleverd door gespecialiseerde academische centra. Zij doen altijd een uitgebreide en zorgvuldige evaluatie met eventueel een advies over medicatie. Uiteindelijk is het een gezamenlijke beslissing van de ouders/verzorgers, het behandelteam en natuurlijk de jongere of een medische behandeling wordt gestart.
Wat doen puberteitsremmers?
Puberteitsremmers vertragen de lichamelijke ontwikkeling van een kind in de puberteit naar man of vrouw. Dit is omkeerbaar en zorgt ervoor dat de jongere meer rust en tijd krijgt om na te denken over of behandelingen met meer blijvende veranderingen aan het lichaam nodig zijn. Er is ruim twintig jaar ervaring met puberteitsremmers en in die tijd is er veel onderzoek naar gedaan.
Dit wetenschappelijk onderzoek wordt volop voortgezet, met als doel steeds betere afwegingen te kunnen maken over de behandeling. Het argument dat er geen wetenschappelijke onderbouwing is voor deze behandeling is pertinent onjuist.
De behandeling van een jongere verschilt van die van een meerderjarige die een medische transitie wil ondergaan. Juist door de jonge leeftijd is het bieden van zorg aan deze groep een langdurig, meerjarig, delicaat proces. Waarbij voortdurend rekening wordt gehouden met het welzijn van de jongere en de mogelijkheid tot omkeerbaarheid zoveel mogelijk wordt opengelaten.
Het belang van de jongere is leidend en correcte informatie over voor- en nadelen van een behandeling, zowel aan jongere als aan ouders/verzorgers, is van belang om tot een juiste afweging te kunnen komen. Ongefundeerde verdachtmakingen dat de effecten van puberteitsremmers onvoldoende bekend zijn, bemoeilijken deze besluitvorming onnodig.
Wat zijn de gevolgen van deze negatieve aandacht?
Ouders van transgender jongeren maken zich toenemend zorgen over de mogelijkheden om de juiste zorg te krijgen voor hun kind. Deze bezorgdheid komt nog boven op de frustratie door de jarenlange wachtlijsten, zowel in de medische als geestelijke transgenderzorg.
“Kan het zo zijn dat binnenkort ons kind geen medicatie meer mag krijgen, doordat het wordt verboden?”
“Worden psychologen en artsen zo onder druk gezet dat ze hierdoor geen medicatie durven voor te schrijven?”
Met deze vragen zoeken ouders van transgender kinderen ons op. Ouders die zien hoe hun kinderen intens lijden onder o.a. hevige depressies ten gevolge van hun genderdysforie. Helaas kunnen wij hen niet geruststellen, wij delen immers ook deze zorgen.
Al jarenlang proberen wij weerwoord te bieden op de voortdurende desinformatie die online en via diverse landelijke media wordt verspreid over deze specifieke zorg. Juist rond dit onderwerp, waar concrete feiten en zorgvuldigheid een vereiste zijn, wordt onnadenkend omgegaan met feiten vermengd met fictie. Helaas zien wij ook dat deze desinformatie in de Nederlandse politiek regelmatig voor waarheid wordt aangezien.
Vaak wordt gesteld dat we meer terughoudend moeten zijn met bieden van deze noodzakelijke zorg. In werkelijkheid is simpelweg ‘nee’ zeggen geen neutrale keuze. Het inperken of mogelijk zelfs ontzeggen van transgenderzorg aan jongeren zou een onnoemelijke hoeveelheid lijden veroorzaken en een nog grotere druk op de reguliere GGZ.
Vanuit Transvisie zullen wij ons de komende tijd richten op politiek Den Haag.
Wij zullen de volksvertegenwoordigers blijven uitnodigen om in gesprek te gaan over de zorg aan transgender jongeren. Ook roepen wij op geen politiek te bedrijven op basis van onjuiste of incomplete informatie. Deze groep jongeren heeft goede zorg nodig en die krijgen ze nu. Voorkom dat deze zorg hun wordt afgenomen!
Lisa van Ginneken treedt toe tot Raad van Advies van Transvisie
Lisa van Ginneken treedt toe tot Raad van Advies van Transvisie
Transvisie is verheugd om aan te kondigen dat Lisa van Ginneken, voormalig voorzitter van Transvisie en het eerste transgender Tweede Kamerlid van Nederland, per juni 2024 is toegetreden tot onze Raad van Advies.
Lisa van Ginneken heeft een indrukwekkende staat van dienst op het gebied van bestuurlijke en politieke activiteiten. Als voormalig voorzitter van Transvisie heeft zij een essentiële rol gespeeld in de versterking van onze organisatie en het bevorderen van de rechten en zichtbaarheid van transgender personen in Nederland.
Haar historische verkiezing als eerste transgender Tweede Kamerlid markeerde een belangrijke mijlpaal in de Nederlandse politiek en samenleving.
Met haar uitgebreide bestuurlijke en politieke ervaring, evenals haar uitgebreide netwerk, brengt Lisa van Ginneken een schat aan kennis en expertise mee naar de Raad van Advies van Transvisie. Haar inzichten en strategische visie zullen van onschatbare waarde zijn bij het vormgeven van de toekomst van onze organisatie en het verder bevorderen van de belangen van de transgendergemeenschap.
Transvisie kijkt ernaar uit om samen met Lisa van Ginneken te werken aan het versterken van onze missie en het creëren van een inclusieve samenleving waarin iedereen zichzelf kan zijn.
Conferentie over non-medische benaderingen van genderdysforie bij minderjarigen
Op 27 juni 2024 vindt in Amsterdam een conferentie plaats met de titel “Naar niet-medische benaderingen in de zorg voor minderjarigen met genderdysforie: internationale en interdisciplinaire perspectieven.” De titel is echter misleidend: de focus van de conferentie ligt op een kritische evaluatie van de Nederlandse transgenderzorg voor kinderen en jongeren.
Controverse
De conferentie is controversieel vanwege de kritische houding van de organisatoren ten opzichte van transgenderzorg, met name met betrekking tot puberteitsremmers. De drie buitenlandse sprekers staan bekend om hun ongefundeerde kritiek op het Nederlandse protocol en de internationale richtlijn voor transgenderzorg “Standards of Care 8”.
Ondanks de kritische insteek, zullen een aantal Nederlandse zorgprofessionals inhoudelijk bijdragen aan de dag. Zij willen benadrukken dat de huidige transgenderzorg voor jongeren in Nederland van hoog niveau en verantwoord is. De vraag is echter of deze boodschap gehoord zal worden gezien de opzet van de conferentie.
Belangenbehartiging
Wij hebben onze zorgen geuit over het gebrek aan een evenwichtige discussie voorafgaand aan de conferentie. Andere transorganisaties boycoten de conferentie vanwege de controversiële aard van het onderwerp. Transvisie heeft echter besloten om als toehoorder aanwezig te zijn om te kunnen beoordelen wat er wordt gezegd en om de belangen van transgender jongeren te behartigen.
Rol van Transvisie
Tijdens de conferentie zullen wij Transvisie geen inhoudelijke bijdragen leveren. Wij zullen de lezingen en discussies volgen en contact zoeken met mensen die openstaan voor een open dialoog. Zoals van Transvisie mag worden verwacht, zullen wij opkomen voor de belangen van transgender jongeren, met name hun recht op toegang tot kwalitatief goede zorg, inclusief puberteitsremmers. Na afloop van de conferentie zal Transvisie verslag uitbrengen van haar bevindingen.
De lange wachtlijsten in de genderzorg: schadelijk en onnodig
De lange wachtlijsten in de genderzorg: schadelijk en onnodig
Dit bericht is begrijpelijke taal
Onderzoek toont aan dat de lange wachttijden in de genderzorg schadelijke gevolgen hebben voor transgender personen. Dit blijkt uit een recent artikel van Tim v/d Grift, Casper Martens, Margriet Mullender en oud-Transvisievoorzitter Lisa van Ginneken.
Het onderzoek, waaraan 975 mensen meewerkten, laat zien dat:
• De gemiddelde wachttijd voor genderbevestigende zorg in 2019 meer dan een jaar was.
• Mensen die al in behandeling waren, waren beter opgeleid en identificeerden zich minder vaak als non-binair.
• De wachttijden leiden tot meer psychische klachten, slechtere gezondheid en een groter beroep op de geestelijke gezondheidszorg.
• De ernst van de zorgvraag kan door de wachttijd onbedoeld toenemen.
• De onderzoekers pleiten voor meer investeringen in transgenderzorg. Dit zou het welzijn van transgender personen verbeteren en toekomstige kosten besparen.
Er moet aandacht zijn voor:
• Uitbreiding van de zorg
• Versterking van de eerstelijnszorg voor genderdiverse personen
• Inhaalzorg
• Professionalisering van sociale ondersteuning tijdens de wachttijd
De wachttijden in de genderzorg zijn onacceptabel lang. De politiek, zorgverzekeraars en zorgaanbieders moeten samenwerken om hier een oplossing voor te vinden.
Het recent gepubliceerde artikel van Tim v/d Grift, Casper Martens, Margriet Mullender en oud Transvisie-voorzitter en oud-D66 kamerlid Lisa van Ginneken toont aan hoe schadelijk de effecten zijn van de wachttijden in de genderzorg.
Het artikel dat gepubliceerd is in eClinicalMedicine (in Open Access) gaat in op een onderzoek dat is gehouden onder 975 deelnemers. Van deze deelnemers wachtten er 431 op genderbevestigende zorg. Op het moment van dit onderzoek (2019) was de gemiddelde wachttijd meer dan een jaar.
Deelnemers die al onder behandeling waren, waren gemiddeld hoger opgeleid en identificeerden zich minder vaak als non-binair. De subjectieve effecten van het wachten waren voor de meeste behandelingen (zeer) negatief.
Het wachten lijkt te leiden tot meer behoefte aan zorg in de wachttijd. Hierdoor ontstaat er een grotere belasting op de Geestelijke Gezondheidszorg. Ook heeft het wachten een negatief effect op de “ernst” van iemands zorgvraag. De zorgvraag tijdens het behandeltraject kan hierdoor onbedoeld zwaarder worden.
Kwalitatieve bevindingen lieten zien dat lang wachten geassocieerd werd met een scala aan psychosociale klachten, een slechtere gezondheid, een toenemend beroep op de gezondheidszorg en een grotere ongelijkheid tussen transgender personen.
Het artikel en onderliggend onderzoek bevestigt nogmaals dat er meer moet worden geïnvesteerd in transgenderzorg. Investeringen nu vergroten het welzijn van de doelgroep en voorkomen nog meer kosten in de toekomst. Een lastige boodschap in tijden van forse bezuinigingen op de zorg, maar des te noodzakelijker.
“Jarenlang kampt de zorg voor genderdiverse personen met knelpunten. Dit onderzoek zet die realiteit nog eens kracht bij door het leed te belichten dat velen ervaren tijdens hun delicate transitieperiode. De uitkomsten zijn wellicht niet verrassend, maar dat maakt de pijn er zeker niet minder om.”
Sam van den Berg – Woordvoerder Transvisie
Er moet aandacht zijn voor:
• Uitbreiding van de zorg
• Versterking van de eerstelijnszorg voor genderdiverse personen
• Inhaalzorg (zie rapport “Onderzoek vraag transgenderzorg in Nederland”)
• Professionalisering van sociale ondersteuning tijdens de wachttijd
Wij, als belangenorganisatie, zullen samen met onze partners de politiek, zorgverzekeraars en zorgaanbieders blijven stimuleren om een verschil te maken voor onze doelgroep. De wachttijden in de genderzorg zijn onacceptabel lang. Wachten op de bus mag niet te lang duren, waarom op broodnodige zorg dan wel?
Opiniestuk: De zorg voor trans kinderen is niet onverantwoordelijk
Opinie - De zorg voor trans kinderen is niet onverantwoordelijk
Onze collega Pauline IJlst van de contactgroep Genderkind en ouders (GO) heeft voor het NRC van 6 mei een opiniestuk geschreven. Dit opiniestuk is geschreven als reactie op het eerdere stuk dat op 3 mei verscheen uit de pen van Dhr. Kuitenbrouwe.
De eerste keer dat ik met onze dochter meisjeskleding ging kopen huilde ik stilletjes achter de kledingrekken. Ik was bang en verdrietig. Maar ondanks mijn eigen emoties kon ik na een tijdje zien dat het haar zo goed deed, dat het klopte. Dat ik ooit gedacht heb dat ze een jongetje was! Als meisje was ze zoveel meer mens dan dat in zichzelf gekeerde boze ongelukkige jongetje dat we dachten dat ze was.
In de ruim tien jaar daarna volgde een uitgebreid traject waarin we de tijd hebben gehad om stapje voor stapje te onderzoeken wat onze dochter hielp. We voerden eindeloos veel gesprekken met psychologen, endocrinologen en kinderpsychiaters. Geen makkelijk traject, maar we zijn dolblij dat deze zorg er voor ons was.
Recent stond er een opiniestuk in NRC over de transgenderzorg voor kinderen en jongeren (Dutch protocol in zorg is onhoudbaar, 29/4) . Het is duidelijk dat de opinieschrijvers geen arts, wetenschapper of ouder van een transgender kind zijn, want dan hadden ze geweten dat de praktijk toch echt anders is dan dat zij beschrijven.
De auteurs gebruiken een omstreden Brits onderzoek naar de transgenderzorg in dat land om kritiek te uiten op de transgenderzorg in Nederland. Die zou namelijk onzorgvuldig en onwetenschappelijk zijn. Als moeder van een trans kind én als vrijwilliger van de contactgroep Genderkind en ouders maakt het me boos dat mensen die niet van dichtbij meemaken hoe de zorg voor transgender kinderen hier geregeld is wel met hun mening in de krant komen.
Puberteitsremmers
Ik heb nog nooit ouders horen zeggen dat hun kinderen te makkelijk een diagnose krijgen of te snel aan een medische behandeling zijn begonnen. Ten eerste krijgen kinderen vooral psychologische begeleiding, en zijn medische stappen iets voor later. Ten tweede ervaren ouders en kinderen de tijd tot er een diagnose is juist als te lang. Zelf zijn ze vaak al lange tijd bezig geweest met hun zoektocht en als ze weten wat er aan de hand is willen ze dóór. Of ze hebben jaren op een wachtlijst gestaan en moeten daarna nog eens ontelbaar veel gesprekken voeren. Terwijl het lichaam van hun kind ontwikkelt op een manier die zij niet willen, omdat ze nog geen puberteitsremmers mogen.
Ik begrijp dan ook niet waar dat verhaal vandaan komt dat er „zo makkelijk” puberteitsremmers en hormonen worden gegeven. Dat dit in het Verenigd Koninkrijk weleens is gebeurd, betekent niet dat het in Nederland ook zo gaat. Verwarrend is natuurlijk dat er in het Britse rapport over ‘Dutch Protocol’ wordt gesproken. Maar dat protocol wordt in de Nederlandse zorg toch echt zorgvuldig uitgevoerd. Zowel lichamelijk als mentaal worden kinderen goed in de gaten gehouden.
Vooroordelen
Ouders uit onze contactgroep hebben altijd met vooroordelen te maken gehad. Doen ze er wel goed aan om hun kind te steunen in een (sociale) transitie? Maar de laatste tijd krijgen ze meer over zich heen. Zo vertelde een moeder me dat haar gezin altijd heel open is geweest over de transitie van haar zoon. Maar nu worden de jongste zusjes steeds voorzichtiger in wie ze erover vertellen. Op school krijgen ze negatieve reacties van kinderen die hun broer helemaal niet kennen maar wel een mening over transgender mensen hebben. De moeder ziet dit vijandige klimaat terug in de media en maakt zich zorgen. Ze vraagt zich af of haar kind straks nog wel de zorg kan krijgen die hij nodig heeft.
Het maakt me boos dat opiniemakers die geen kijkje hebben genomen in de zorg zomaar zorgverleners kunnen wegzetten als onverantwoordelijk. Dat transgender jongeren in de krant lezen dat ze verward zouden zijn en dat ze er wel weer overheen groeien. Dat we als samenleving gaan denken dat andere psychische klachten de echte oorzaak zouden zijn, terwijl ze vaak een gevolg zijn van het feit dat een kind niet gezien wordt voor wie die is. En het maakt me intens verdrietig dat ouders door de media ontmoedigd worden om de zorg op te zoeken. Want dat gun ik ouders juist zo: dat ze zich gesteund voelen om hun kind de ruimte te geven om zichzelf te worden.”
5 vragen aan Martijn Koning, psycholoog bij JIJ Genderzorg
5 vragen aan Martijn Koning, psycholoog bij JIJ Genderzorg
Martijn Koning (zij/haar) is sinds een half jaar werkzaam als psycholoog bij JIJ Genderzorg, een lokale zorgaanbieder voor transgenderzorg. In dit interview vertelt ze over de voordelen van een kleine aanbieder, haar bevlogenheid voor het werk en haar advies aan de doelgroep.
Martijn, je werkt bij een lokale zorgaanbieder. Wat zijn de voordelen van een kleine aanbieder ten opzichte van een grote polikliniek?
“Bij JIJ werken we met maatwerk. We kijken per individu wat de beste zorg is en stemmen dat af met de cliënt. We streven ernaar om samen met de patiënt een paar stappen vooruit te denken, zodat we de zorg optimaal kunnen vormgeven.”
Jullie werken ook samen met verschillende partners.
“Klopt. We werken onder andere samen met GenderClinic, waardoor we ook kunnen doorverwijzen voor medische zorg. Dit is een groot voordeel, omdat niet alle lokale zorgaanbieders dit kunnen.”
Waarom ben je bij een kleine, lokale aanbieder gaan werken?
“Ik heb op mijn onderbuikgevoel gekozen voor JIJ Genderzorg. De persoonlijke aandacht die JIJ heeft voor de patiënt sprak me erg aan. De bevlogenheid van het team, ook buiten de werkuren om, gaf me een goed gevoel. Op de website stond expliciet: ‘Wij zien transzijn niet als een disfunctie, maar als een persoonlijke eigenschap.’ Dat sluit perfect aan bij mijn eigen visie.”
Wat is een ervaring die je altijd bij zal blijven in je werk?
“Ik heb zo vaak mooie ervaringen in mijn werk, dat het moeilijk is om er één uit te kiezen. Het is ontzettend dankbaar om mensen te helpen om te mogen zijn wie ze willen zijn. Je mag concreet bijdragen aan iemands proces en dat maakt mijn werk zo waardevol.”
Welk advies zou je de doelgroep willen geven?
“Kijk rond en weet dat er meer plekken zijn dan waar de huisarts je naar toe verwijst. Kies vooral een aanbieder die bij je past. Bekijk of deze aanbieder alles kan bieden wat je nodig hebt, denk ook aan medische verwijzing.”
Evaluatie bevestigt behoefte aan betere richtlijn voor transgenderzorg
Evaluatie bevestigt behoefte aan betere richtlijn voor transgenderzorg
Een uitgebreide evaluatie laat zien op welke punten de huidige standaard voor genderbevestigende zorg in Nederland beter kan. De belangenorganisaties, Transvisie en Transgender Netwerk, zijn blij met de aanbevelingen. Zij roepen andere partijen in de transgenderzorg op om samen voortvarend aan de slag te gaan met de ontwikkeling van de nieuwe richtlijn. “Trans personen wachten al jaren op genderbevestigende zorg die hun autonomie versterkt en hun bestaan normaliseert,” stelt Aafke Uilhoorn, bestuurslid van Transgender Netwerk.
De mensen die aankloppen voor genderbevestigende zorg moeten centraal blijven staan, hun kritiekpunten zijn de sleutel naar betere zorg
Behandelaars werken in Nederland op basis van richtlijnen en kwaliteitsstandaarden. In 2018 verscheen de huidige kwaliteitsstandaard Transgenderzorg-Somatisch. Deze eerste kwaliteitsstandaard voor genderbevestigende zorg opende de deur naar noodzakelijke uitbreiding van het zorgaanbod buiten het Amsterdam UMC en UMC Groningen.
De voortdurende ontwikkelingen in onderzoek en zorgpraktijk waren direct aanleiding om niet te lang te wachten met verdere verbetering van deze standaard. Het opleveren van de evaluatie valt daarom samen met de start van de herziening van deze standaard, die na afronding als richtlijn moet worden. De evaluatie van de huidige standaard biedt tal van waardevolle aanbevelingen om deze richtlijn en daarmee dus de genderbevestigende zorg te verbeteren.
De huidige standaard schiet tekort als het gaat om goede zorg voor non-binaire trans mensen, maar ook voor andere groepen zoals transgender asielzoekers en trans mensen met een licht verstandelijke beperking. De nieuwe richtlijn beveelt aan om duidelijk te maken hoe behandelaren ook aan hen de beste zorg en begeleiding kunnen geven.
Het evaluatierapport toont ook dat de psychosociale ondersteuning van trans mensen stukken beter kan. Jarenlang staan trans mensen in Nederland op de wachtlijst zonder vrijwel enige hulp. Zorgverleners werken langs elkaar heen en nemen elkaars indicaties niet over. Transvisie en Transgender Netwerk onderstrepen de aanbeveling dat de nieuwe richtlijn aandacht besteed voor de juiste zorg op de juiste plaats: welke zorg moet geboden worden vanuit gespecialiseerde gendercentra of regioziekenhuizen? En welke zorg kan worden geleverd door huisartsen en reguliere GGZ?
Ook komt het Kennisinstituut medisch specialisten met een lijst van nieuw wetenschappelijk onderzoek en internationale richtlijnen, zoals de zorgvuldige tot stand gekomen Standards of Care 8 van de WPATH, die meegenomen worden in de ontwikkeling van een nieuwe richtlijn. Waar onderzoek nog niet volledig is, dienen behandelaren met adviezen geholpen te worden hoe zij wel de beste zorg kunnen bieden. Richtlijnen baseren zich altijd op een combinatie van wetenschappelijk bewijs, klinische praktijkervaring en patiënte input. Aanvullend onderzoek is hard nodig, tegelijkertijd kunnen trans mensen en zorgverleners niet decennia wachten op cruciale zorg omdat nog niet alle onderzoeksresultaten bekend zijn.
Wij hebben er vertrouwen in dat het pakket aan aanbevelingen leidt tot betere zorg voor trans mensen en beter onderzoek ernaar. Als belangenorganisaties vinden wij het van groot belang dat de wens van het individu in wat voor zorg hij/zij/hen ontvangt centraler komt te staan in een nieuwe richtlijn. Daar willen wij samen met het zorgveld voortvarend mee aan de slag
Reactie op artikel over gezichtvervrouwelijkende operaties AUMC.
Reactie op artikel over gezichtvervrouwelijkende operaties AUMC.
Woensdag 21 februari heeft het BNN-VARA onderzoeksprogramma Zembla twee artikelen op hun website gedeeld over aangezichtchirurgie in het Amsterdam UMC. Wij zijn geschrokken van de verhalen van deze oud-patiënten. Maar willen erop wijzen dat in onze ervaring transgender personen die in het AUMC deze operatie hebben gehad heel tevreden zijn. En wij hebben alle vertrouwen in de kwaliteit van zorg die geboden wordt rond deze operatie.
Wij vinden het aangrijpend om te lezen hoe de vier geïnterviewde personen hun gezichtvervrouwelijkende operatie hebben ervaren. Een operatie die bedoeld is om het uiterlijk van transgender personen overeen te laten komen met hun wensgeslacht, moet het levenscomfort vergroten. Bij deze personen is dat naar ons inzien niet het geval.
Aangezichtchirurgie is een specialisme waar in Nederland een beperkt aantal artsen zich bevoegd voor achten. De deskundigheid die nodig is om deze operaties uit te voeren, vraagt veel training en ervaring. Aan welke eisen een arts moet voldoen, is onder andere opgenomen in de kwaliteitstandaard somatische genderzorg. Wij als belangenorganisatie hebben vertrouwen in de deskundigheid van de MKA-chirurgen in het Amsterdam UMC. Wij horen vanuit de gemeenschap dat op zorgvuldige wijze samen met de betrokkenen wordt afgewogen of een operatie wel of niet meerwaarde zal hebben. En dat de meeste personen heel tevreden zijn over het resultaat.
Wat is gezichtvervrouwelijkende chirurgie?
Gezichtvervrouwelijkende chirurgie is een reeks operaties die de mannelijke gelaatstrekken van een transgender persoon aanpast om ze meer in overeenstemming te brengen met de vrouwelijke norm. Dit kan omvatten:
Verkleining van de voorhoofdsknobbel, Vergroting van de jukbeenderen, Verkleining van de kin, Verfijning van de kaaklijn, Feminisatie van de neus, Lipvergroting, Adamsappel verkleining
Deze operaties kunnen de genderidentiteit van een transgender persoon bevestigen en diens zelfvertrouwen en kwaliteit van leven verbeteren.
Tijdens of na elke operatie, hoe zorgvuldig ook uitgevoerd, kunnen complicaties ontstaan. Dat geldt voor elke operatie, dus ook voor de aangezichtoperaties. Complicaties zijn onvermijdelijk en betekenen niet dat er fouten zijn gemaakt of dat de arts niet voldoende vaardig is. Dit wordt voor de operatie uitvoerig besproken met de patiënt.
Onze ervaring met het Amsterdam UMC is dat er vooraf uitgebreide informatie beschikbaar wordt gesteld zodat een patiënt zelf de afweging kan maken om een operatie wel of niet uit te voeren. Deze informatie wordt in gesprekken gegeven en daarnaast veelal ook geprint meegegeven en online beschikbaar gesteld. Ook wij als belangenorganisatie proberen op onze website te wijzen op risico’s van operatieve behandelingen.
Wij horen veel verhalen van patiënten die heel blij zijn en tevreden na de operatie. Heel af en toe vertelt iemand dat die niet zo tevreden is. Wij houden in het kader van privacy geen gegevens hierover bij. Het resultaat en de tevredenheid zijn erg persoonlijk.
Dat er personen na een operatie ontevreden zijn, zal niet zomaar verdwijnen. De ervaring van artsen en ontwikkelingen in de zorg zullen hopelijk het percentage ontevreden personen nog verder doen slinken.
Wij hebben er vertrouwen in dat het Amsterdam UMC de feedback van diens patiënten meeneemt in de ontwikkeling van de door hun aangeboden zorg. En nogmaals, er is naast kritiek ook veel waardering voor het werk van de MKA-chirurgen. Wij hopen dat de negatieve berichten rondom aangezichtchirurgie bijdragen aan verbeteringen en toekomstige patiënten niet onterecht afschrikken.
Een enorm probleem is dat het heel moeizaam is aangezichtoperaties vergoed te krijgen door de zorgverzekeraars en dat er slechts weinig artsen zijn die deze operatie uitvoeren. Wij werken samen met de betrokken professionals aan verbetering van deze twee punten. Dit zodat de zorg voor transgender personen net zo toegankelijk wordt als dat voor cis gender personen.
Voor de volledige antwoorden van het Amsterdam UMC op de vragen van Zembla, klik hier.